2.a.4 Wandreliëf P.Wiegersma

Kunstwerk Pieter Wiegersma behouden

De aanleiding

Zondag 19 oktober 2014. Pieter en Mieke Willems hebben het besluit genomen om, wellicht voor de laatste keer, nog een kijkje te nemen in de voormalige schoolgebouwen van Sancta Maria, later Elkervoorde genaamd. Alle kunstenaars van DESTAT moeten op korte termijn de gebouwen verlaten hebben en wegens de dreiging van sloop komt hoogstwaarschijnlijk de kans niet meer voorbij om hier oude herinneringen op te halen. Dit speelt ongeveer een maand voorafgaande aan de overplaatsing van het andere kunstwerk, een Madonnabeeld vóór de school, naar het onderwijsvierkant.
Ook nemen we nog een kijkje in de oude gymzaal met eronder de fietsenkelder. Tenminste voor zo ver dat mogelijk is want vandalen hebben hier al flink huisgehouden. Onvoorstelbaar. Het verbaast ons dat in het trapportaal van het bijgebouw nog steeds het kunstwerk hangt van de hand van Pieter Wiegersma. We hadden gedacht dat dit keramieken wandreliëf al lang veilig gesteld zou zijn. Dus niet !! Hiernaast de foto van het trapportaal ten tijde van de laatste rondgang.

Het kunstwerk is in 1969 door Pieter Wiegersma zelf aangebracht nadat hij samen met de toenmalige directrice zr. Martini en huishoudkundige Francien van Oosterhout Munsters deze plek had uitgezocht. In 1969 kwam de uitbreiding van de huishoudschool, zijnde een tweede bouwlaag op de zij- en achtervleugel èn een vrijstaande gymzaal met fietsenkelder, klaar. Het was toen gebruikelijk om 1% van de bouwkosten te reserveren voor een kunstwerk. Tegenwoordig ligt dan anders. De heer van Halteren is ook nu weer de architect van deze uitbreiding. De notulen van de bestuursvergadering vermeldt het volgende:

De kunstenaar

Pieter Wiegersma (1920-2009) was de 2e zoon uit het huwelijk van Hendrik Wiegersma en Nel Daniëls. Zijn beroep was in feite glazenier. Talrijke glas-in-lood-ramen heeft hij ontworpen en gemaakt voor kerken en kapellen totdat er steeds minder religieuze gebouwen nodig waren. Mensen gingen steeds minder naar de kerk. Daarom schakelde hij in de 60-jaren over op andere technieken: wandtapijten, sieraden, keramiek, aquarellen enz. voor allerlei openbare gebouwen zoals gemeentehuizen, scholen, ziekenhuizen enz. In die tijd is ook het kunstwerk voor ‘Sancta Maria’ gemaakt. Ook in het Lorentz Casimir college te Eindhoven hangt een dergelijk keramieken wandreliëf, eveneens gemaakt in de periode 1963 – 1974. Zo ontwierp hij o.a. ook een keramische vis, een spuitfiguur voor in de vijver gelegen nabij de allereerste bejaardenwoningen in de St.Jozefparochie nabij de St.Jozefkerk, gebouwd begin 60-er jaren. Hieronder nog een aantal toelichtende foto’s.

Het wandreliëf

Het kunstwerk is een wandreliëf en is in delen gemaakt. Alle 15 stukken zijn aan de achterkant uitgehold vanwege het bakproces. Bij het plaatsen – dat deed hij meestal met een vaste equipe – zijn de holle gedeeltes met cementspecie gevuld en vervolgens middels keilbouten in de muur van het trapportaal verankerd. Degelijk werk. Ook voor ons was de vraag wat het reliëf nu precies voorstelt. Kortom: wat is de iconografie ? In ieder geval heeft het met ‘groei’ te maken. Zo wordt dat ook beschreven in het jaarverslag van het bestuur, opgesteld door de voorzitter van het schoolbestuur, Herman Allard (1913-1986). Hij was de eerste conservator van museum het Dinghuis, waar hij destijds ook woonde.

Op 15 december 2015 heb ik over de voorstelling van het wandreliëf een telefoongesprek met de zoon van Pieter te weten Tjerk Wiegersma. Hij beheert in Brussel een kunsthandel onder de naam ‘Wiegersma Fine Art’.

‘Het is een ontspruiting, een thema dat hij vaker hanteerde net als bij het wandtapijt in het Deurnese ziekenhuis destijds. Een dergelijk idee zat er vaker achter: de uivorm; een knop die ontspruit, bloeit. Je ziet de rode stampertjes. Het groeit omhoog, naar buiten, naar de zijkant. Er zijn zichtbare vertakkingen. Een kern dat eerst een zaadje is geweest. Het staat symbool voor de school, de jeugd’.

Verder vermeldt hij dat het werk gemaakt kan zijn in Tegelen in Limburg. Of misschien bij Flos in Steyl maar daar werd hoofdzakelijk glas-in-lood gemaakt. Volgens Lex van de Haterd, de conservator van museum De Wieger, werkte hij het wandkeramiek uit bij Russel Tiglia in Tegelen. Hij liet hij zich bij het vervaardigen ervan adviseren door een specialist op dit gebied, Mathieu Oehlen. Die had op zeker moment in Reuver ook een eigen atelier.
Zijn zoon Wim trekt dat sterk in twijfel. Zijn vader had volgens hem geen relatie met Russel Tiglia. Hij gaf leiding aan een ‘concurrerend’ sierkeramiek-atelier. Hij schrijft mij hierover het volgende:

‘Gezien de tijd van totstandkoming en de baktechniek (met name de kleuren rood en geel op onderdelen) lijkt het me niet waarschijnlijk dat dit reliëf in het vroegere sierkeramiek-atelier van de Greswaren Industrie Teeuwen (GIT) in Reuver is gemaakt. Eind jaren zestig werden er nog maar weinig werken uitgevoerd. Uitgesloten is het echter niet. Assistentie heeft mijn vader niet gegeven, hooguit toestemming om het werk in Reuver uit te voeren. Als Pieter Wiegersma contact met mijn vader had gezocht in die tijd, dan zou mijn vader dat waarschijnlijk toen wel aan mij hebben verteld. En zeker iets later, bij ons op bezoek in Deurne, want ik ben in 1970 in Deurne als jonge leraar (Latijn en geschiedenis) op het Peellandcollege aan de slag gegaan en heb daar tot 1977 met veel plezier gewerkt. Ik herinner me echter niets van zo’n verhaal’.

Kortom, het is op dit moment nog niet geheel duidelijk waar het wandreliëf nu precies vervaardigd is.
Wellicht dat dit in de toekomst nog eens opgelost zal worden.

Op zoek naar achterliggende documentatie

Op het einde van het kalenderjaar 2015 en tevens in de eerste maanden van het nieuwe jaar 2016 doe ik intussen allerlei pogingen om meer gegevens te verkrijgen van het keramieken kunstwerk. Waar is het gemaakt? Is er nog documentatie beschikbaar in het atelier waar het gemaakt is? Is er soms nog een ontwerp in het archief? Lex van de Haterd (li) en Pieter Willems (re) bij het bekijken van het carton in museum De WiegerZo heb ik contact met Keramiekcentrum Tiendschuur in Tegelen alwaar een heleboel kunstwerken en documentatie over keramiek gemaakt in Limburg is ondergebracht. Het onderzoek gedaan door de conservator van het keramiekcentrum, Sacha Odenhoven, levert jammer genoeg niets op. Daarom krijg ik adressen door van familieleden van Mathieu Oehlen. Lex van de Haterd, sinds 1 januari 2016 de nieuwe conservator van museum De Wieger in Deurne, vraagt aan mij om even geduld te oefenen. Hij is op dat moment druk bezig met de afronding van een boek en de voorbereiding van drie nieuwe tentoonstellingen i.v.m. het jubileumjaar van De Wieger. Begin maart 2016 krijg ik van hem een reactie op zijn zoektocht:

‘Ik heb de hele map met krantenartikelen die ik over Pieter Wiegersma heb, nagekeken, en helaas niets gevonden over het keramisch werk in ‘Sancta Maria’. Tjerk vertelde je dat hij alle documentatie aan De Wieger heeft gegeven, dat klopt ook, maar De Wieger heeft alles aan mij doorgegeven in 2014, althans wat de documentatie betreft. Alle kunstwerken van PW hebben ze natuurlijk gehouden. Ik heb meer dan 200 kleine ontwerpschetsen van PW, maar dit ontwerp zat er niet bij. Ik heb slechts enkele cartons op ware grootte en wat schetst mijn verbazing: het ontwerp van dit werk zit erbij. Helaas zonder iconografie. Ik denk dat je achter de iconografie van dit werk overigens niet te veel moet zoeken. Volgens mij stelt het werk een gestileerde plant/bloem voor, een geliefd thema van PW, en symboliseert het groei/leven/vitaliteit. Zo past het weer bij jeugd en sport in een gymzaal van een school’.

Hieronder nog een aantal toelichtende foto’s.

De eerste poging mislukt

In het najaar van 2014 heeft het Alfrinkcollege via Rinie van de Leur te kennen gegeven om t.z.t. het kunstwerk een plaats te willen geven in de aula van de school. De school heeft echter niet de financiële mogelijkheden om het verwijderen en plaatsen van het kunstwerk te bekostigen. Het verplaatsen van het Madonnabeeld heeft al het nodige geld gekost. De vraag is dan ook of ik vrijwilligers kan inschakelen. Op dat moment is het ook erg onduidelijk of nu de gemeente dan wel woningbouwvereniging Bergopwaarts het eigenaarschap heeft van de schoolgebouwen. Na maandenlange stilte komen de gebouwen opnieuw in handen van Bergopwaarts. Pas in mei 2015 wordt het duidelijk dat de hoofdgebouwen intact blijven en alleen de bijgebouwen, waaronder de gymzalen, gesloopt zullen worden. Intussen heb ik een werkgroepje gevormd: Ad van de Corput (voormalig collega en vakgenoot), Cor Verhoeven (voormalig conciërge van Sancta Maria), Hennie van den Heurik (een zwager van me die altijd de logistiek aanstuurde bij WILMA-bouw) en ikzelf. Ik leg contact met de betreffende teamleider van Bergopwaarts, Thijs Heuff, om een afspraak te maken voor een eerste verwijderingspoging. Het wordt donderdag 28 mei 2015. De poging mislukt echter. Een flinke teleurstelling. Volgens Ad zijn de afzonderlijke delen met steenkit vastgezet. En…er zitten twee lagen baksteen achter; je kunt er niet goed bij. We zouden het kunstwerk ruïneren als we de poging gaan doorzetten. Dat doen we dus zeker niet! Er moet een andere oplossing gezocht worden. Zie verder de toelichtende foto’s hieronder.

Wat nu te doen?

Nog voor de zomervakantie informeer ik bij Bergopwaarts of het sloopbedrijf eerst de achterste muur achter het kunstwerk zou kunnen verwijderen zodat we een betere toegang hebben. De sloper laat desgevraagd weten dat dit heel wat extra werk gaat kosten en dan nog is het maar de vraag of het kunstwerk behouden kan blijven. ‘Deze kosten wil Bergopwaarts niet voor haar rekening nemen, dus als jullie het kunstwerk willen behouden dan zal je het zelf op redelijk korte termijn moeten verwijderen’, aldus de reactie van teamleider Thijs Heuff.  De werkgroep onderzoekt ook nog of een speciaal gereedschap, een buigzame trekzaag, wellicht uitkomst biedt. Ook dat blijkt geen haalbare kaart. Intussen meldt de teamleider ons dat het sloopbedrijf na de bouwvakvakantie op 24 augustus 2015 met de sloop van de gymzalen begint. Hein van den Heurik neemt contact op met de uitvoerder van sloperij Jansen. Die zit mogelijkheden om, als de afbraak ver genoeg gevorderd is, via een professionele slijper het kunstwerk uit te slijpen. Maar… daar hangt wel een prijskaartje aan. Pas op het allerlaatste moment vinden we een geldschieter die bereid is de kosten hiervan voor haar rekening te nemen. Die geldschieter zijn we nog steeds heel erg dankbaar! Zie verder de foto’s van de situatie ter plekke op dat moment.

Eindelijk is het zo ver !

Het is 2 december 2015. Het kunstwerk zal uit de muur gezaagd worden. We zijn heel erg benieuwd. Via de uitvoerder is er een bedrijf uit Eersel gecharterd dat gespecialiseerd is in boor- en zaagwerkzaamheden. Steen, graniet, beton, asfalt enz. Nadat de bescherming is weggenomen worden er eerst een tweetal cilindervormige gaten geboord. Daar doorheen worden de banden bevestigd om het geheel straks te kunnen hijsen. Vervolgens wordt de muur 2x verticaal en 1x horizontaal ingezaagd zodat het kunstwerk, samen met de twee lagen baksteen, vrij komt te liggen. Boren en zagen is inderdaad geen enkel probleem voor dit bedrijf. Vervolgens wordt het opgetild en op de vrachtwagen van Cosentino, een natuursteenhandel in Deurne, gezet. Een succesvolle operatie. Chauffeur Berry Goossens brengt het veilig naar de hal van het bedrijf alwaar het kunstwerk binnenkort gestript en gerestaureerd zal worden. Nu volgt een kort videoverslag van de berging.

Hieronder de fotorapportage van alle werkzaamheden.

Restauratie van start

In de hal van ‘Cosentino’ Deurne krijgen we alle ruimte, tijd en medewerking om het kunstwerk te strippen en te restaureren. Onze werkgroep is inmiddels van samenstelling gewijzigd. Naast Hein van den Heurik en Pieter Willems; de twee vrijwilligers van museum De Wieger, Cor Verhoeven en Harrie Biemens, is ook Hans van Hoek toegetreden. Buiten zijn onderwijsloopbaan was hij ook pottenbakker en gezien het keramiek een welkome aanvulling. Tenslotte Herre Obbema. Hij is meerdere keren betrokken geweest bij restauraties van kunstwerken in heel Nederland en dus een man met veel expertise. 
Intussen heb ik in januari 2016 het bestuur van de Stichting Vriendenkring Ons Deurne benaderd voor financiële ondersteuning bij de restauratiewerkzaamheden. Via o.a. projecten zoals dit probeert deze stichting er voor te zorgen dat de gemeente Deurne vaker op positieve wijze in beeld komt.   Onze aanvraag wordt positief beantwoord en daarom gaan we gauw aan de slag. De eerste weken doen Hein en Pieter het kapwerk. Heel voorzichtig van achteruit, laag voor laag zonder het kunstwerk te beschadigen. Een container vol met puinafval. En wat blijkt? Elk deel zit met één of meer keilbouten vast een direct erachter gelegen steenlaag. Ik denk dat we in totaal ruim 40 keilbouten hebben verwijderd. Gelukkig zitten de afzonderlijk delen niet aan elkaar vastgelijmd. Vrijwel koud tegen elkaar. Na enkele weken kappen hebben we alle afzonderlijke stukken ‘bevrijd’. Zonder beschadigingen. Stuk voor stuk leggen we ze op weegschaal om het totaalgewicht te kunnen bepalen, ongeveer 205 kg. Nu blijkt pas echt dat het uitzagen de enige juiste manier is geweest om het kunstwerk te kunnen behouden. Hieronder een aantal foto’s van de eerste stripwerkzaamheden.

De afzonderlijke stukken behandelen

Weer een nieuwe fase. We hebben het resolute besluit genomen om het kunstwerk op een houten plaat te bevestigen. Middels een stalen strip in de achterzijde van de houten plaat kan die straks overal opgehangen worden, maar ook heel belangrijk, er weer vanaf gehaald worden. Koste wat kost willen we een bevestiging zoals die in de Kruisstraat is toegepast, vermijden. Volgens Herre moet de bevestiging op hout geen enkel probleem opleveren. We gebruiken daarvoor een kit die onder invloed van luchtvochtigheid uithardt tot een duurzaam elastisch rubber.Dat houdt in dat alle stukken aan de achterzijde goed vlak moeten zijn. Dat betekent veel (buiten)slijpwerk. Restanten keilbouten maar ook uitgeharde specie verwijderen. Ook reinigen we meteen de voor- en zijkanten. Beschadigingen – hoewel er die maar sporadisch zijn – worden hersteld en Hans van Hoek schildert alle stukken ‘bij’. Dat is bij hem in professionele handen. En dan wordt het tijd om een houten plaat te zagen waarop we het kunstwerk gaan aanbrengen. We nemen een 25 mm dikke multiplex plaat. Middels lamellen moet de plaat verbreed worden. Dat is een klusje voor Cor Verhoeven. Hieronder nog meer detailfoto’s.

De wederopbouw

De opbouw verloopt voorspoedig. Als alle delen aan de achterkant vlak zijn gemaakt, gerepareerd en bijgeschilderd, gaan we de omtrek bepalen. We willen namelijk een enigszins terugvallende LED-lichtstrip aan de zijkant bevestigen. Dan wordt het kunstwerk straks mooi uitgelicht. Vervolgens worden de delen op de houten plaat gelegd en afgetekend. We zagen de contouren van het werkstuk iets kleiner uit i.v.m. de strip. De decoupeerzaag komt er aan te pas. De rand wordt goed geschuurd.  Vervolgens wordt de roestvrijstalen ophangstrip in de plaat gefreesd en vastgeschroefd. . Als de rand zwart geschilderd is worden de afzonderlijke stukken op de plaat vastgekit en geplakt. Aansluitend wordt er een bok gemaakt waaraan het werkstuk wordt opgehangen zodat het straks met bok en al vervoerd kan worden. Aan de achterkant worden alle stukken nog eens apart met keramische ankers aan de houten plaat vastgezet. Veiligheid voor alles. Tenslotte wordt de metalen strip aangebracht. Hierop wordt t.z.t. de Ledverlichting geplakt. Nu volgt eerst een kort videoverslag van de opbouw.

Hieronder de fotorapportage van alle opbouwwerkzaamheden.

Molens draaien langzaam

Het is inmiddels najaar 2016. Onze restauratiewerkzaamheden zijn op een oor na gevild. Het wachten is op goedkeuring van de schoolleiding van het Alfrinkcollege om het kunstwerk in de aula te mogen ophangen. Over de plek zijn we het al eens geworden: rechtsboven tegen de muur, boven het podium van de aula.  De Raad van Bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs heeft te kennen gegeven dat er plannen ontwikkeld mogen worden om het gebouw van AC onderwijskundig aan te passen. Aangezien de schoolleiding zodoende geen zicht heeft op hoe het AC aangepakt gaat worden wil men het ophangen van kunstwerk voorlopig nog niet uitvoeren. Het kan immers nog wel anderhalf jaar duren alvorens alle plannen gerealiseerd kunnen worden. Dat is een flinke teleurstelling voor de werkgroep. Vandaar dat we nog enkele andere opties voor het plaatsen van het kunstwerk onderzoeken maar ook die blijken niet haalbaar.
Ruim een jaar later, november 2017 – molens draaien dus inderdaad langzaam – krijgen we te horen dat door de Raad van Bestuur het besluit is genomen om voor het Alfrinkcollege en De Sprong een nieuw gebouw neer te gaan zetten!  De realisatie ervan gaat nog wel enkele jaren duren. Er wordt zelfs over 4 jaar gesproken. Dat houdt dat we alsnog de gelegenheid krijgen om het kunstwerk in de bestaande aula van het AC op te hangen, en wel op de plek die we daarvoor aanvankelijk ook hadden uitgezocht. Is de nieuwbouw klaar dan kan het t.z.t. opnieuw geplaatst worden.
De werkgroep komt wederom in actie en tijdens de kerstvakantie van schooljaar 2017-2018, op woensdag 3 januari 2018 om precies te zijn, wordt het werkstuk naar het onderwijsvierkant vervoerd en daar in de aula opgehangen. Overigens, nog een hele bijzondere operatie !

Dag van de waarheid

In de hal van Cosentino wordt de operatie voorbereid. Er worden aan de achterkant (tijdelijk) 2 draagbalken gemonteerd. Verder een hijsoog om het werkstuk straks gemakkelijk naar boven te kunnen hijsen. Dan de dag van de waarheid. Het KNMI heeft storm voorspeld voor deze 1e woensdag van januari. Nadat chauffeur Johan het kunstwerk keurig op de parkeerplaats bij De Sprong en het Alfrinkcollege heeft ‘afgeleverd’, wordt het vervolgens op een glaswagen getild. De eerste tegenvaller dient zich weldra aan: De stoeptegels onder de onderdoorgang liggen richting het schoolgebouw een stuk hoger.  Het kunstwerk kan er daardoor niet onderdoor. De conciërge Toon Kuunders, biedt een oplossing. Omlopen, helemaal achter de sportzalen om. En inderdaad binnen enkele minuten staan we bij de ingang van het Alfrinkcollege. De hoogte van de voetsteun van het kunstwerk voorkomt dat we de glaswagen binnen kunnen rijden. Daar moet dus eerst met de decoupeerzaag een stuk vanaf gezaagd worden. Nu volgt eerst een kort videoverslag van het transport en de ophanging.

Hieronder een aantal foto’s van de werkzaamheden tot in de benedenhal van het schoolgebouw:

Vervolgens moet een trappenwagen het kunstwerk een verdieping hoger brengen. Aanvankelijk gaat dit goed maar doordat het werkstuk steeds schuiner wordt gehouden gaat het gewicht ervan een grotere rol spelen.  Halverwege de trap moeten we het werkstuk neerleggen. Gestrand! Wat nu? Inmiddels hebben we versterking van Martine en Tom. Er wordt van een paar extra balken een soort glijbaan gemaakt die we onder het kunstwerk steken en en die we met zeep insmeren.

Na een aanzienlijk oponthoud zijn we ‘boven’. Vervolgens nog een te nemen trap van slechts enkele treden. Dit doen we op dezelfde manier.  Via de steiger zijn inmiddels de 2 gaten geboord waarin de keramische ankers worden bevestigd om het kunstwerk aan op te hangen. Ook het hijsapparaat wordt (tijdelijk) net onder het plafond gemonteerd. Tegen de klok van 17.00 uur hangt het kunstwerk van Pieter Wiegersma weer op dezelfde gele steen als voorheen in de Kruisstraat. En de huidige conciërge van AC, Toon Kuunders, poseert met trots onder het werkstuk dat hij destijds zo vaak in de gymzaal van de Kruisstraat heeft moeten afstoffen !

Hieronder nog een aantal foto’s van de hele operatie.

 

De laatste hand

Op 1 maart 2018 hebben Hein en Pieter tenslotte de verlichting aangesloten en het tekstbordje geplaatst. En de LED-verlichting werkt getuige onderstaande foto’s.

Dank

Het wandreliëf is gelukkig behouden en heeft weer een nieuwe plek gekregen en…is nu gemakkelijker te verplaatsen ! Daarmee is eindelijk de klus geklaard. Op de eerste plaats wil ik alle werkgroepleden bedanken die al die tijd met veel toewijding aan de restauratie gewerkt hebben. Vervolgens een dankwoord aan onze sponsoren: de sponsor die verder anoniem wenst te blijven maar met de geldelijke bijdrage het wel mogelijk heeft gemaakt om het kunstwerk te kunnen bergen. Aansluitend de Stichting Vriendenkring Ons Deurne die ons de mogelijkheid heeft geboden om met hun bijdrage de restauratie uit te kunnen voeren.

Ook dank aan Cosentino Nederland die het vervoer voor haar rekening nam en waar we al die tijd in hun hal aan de restauratie hebben kunnen werken. Tenslotte dank aan al die mensen die bij toeval of gelegenheid hand- en spandiensten hebben verleend; tijdens de berging, de restauratie en bij de plaatsing in het Alfrinkcollege.

Het is te hopen dat dit kunstwerk t.z.t., zodra de nieuwbouw van het Alfrinkcollege een feit is, een mooie plek zal krijgen waar het nog beter tot haar recht zal komen. ‘Zonder voortdurende groei en vooruitgang hebben woorden als verbetering, prestaties en succes geen enkele betekenis’, aldus de wijze woorden van een Amerikaans staatsman. Iets dergelijks moet Pieter Wiegersma destijds ook gedacht hebben.

Pieter Willems, maart 2018.