1966-1971 Opleiding Pedagogische Academie
Officieel droeg de school aan de Hemelrijken 106 in Eindhoven de naam Pedagogische Academie. Daarnaast werd ook wel ‘PABO’ (Pedagogische Academie Basis Onderwijs) gebruikt. Op ons eerste rapport met Kerst 1966 staat ‘Katholieke Academie voor onderwijzers’. De naam geeft het al aan: deze school was alleen voor mannen! Op de Edenstraat was nog een tweede ‘kweekschool’ en die was gemengd.
Van het dorp Deurne naar de grote stad Eindhoven! Dat was een hele overstap. Een wereld van verschil. Ik kan met nog herinneren dat, alvorens je werd aangenomen, er o.a. een toelatingsgesprek werd gehouden. Met vijven tegelijk werden we ondervraagd. De heer Broere (docent opvoedkunde) zat tegenover ons en stelde de vragen. Ook geneeskundig werd je onderzocht door een arts in Eindhoven. Dokter van Poppel in mijn geval. Dat was al een hele onderneming om in de Geert Grotestraat van Eindhoven te belanden. Maar uiteindelijk werd ik aangenomen. En met mij vele anderen. Toch voornamelijk Mavoleerlingen die de eerste leerkring gingen bevolken. Als ik me goed herinner gingen we in 1966 met een vijftal eerstejaars klassen van start. Ik kwam in de D-klas terecht.
Onderstaand filmpje geeft een eerste indruk uit die tijd (met dankbaar gebruik van een aantal foto’s ontleend aan ‘Eindhoven-in-beeld’)
Dat was in het begin wel even wennen. Met de trein naar school. Ik moest elke morgen vroeg op want even na zevenen vertrok die al. Een trein later – er liep er destijds maar eentje per uur – kon ik me niet permitteren want dan kwam ik te laat op school. Onze eerste mentor was de heer van Beers, de godsdienstleraar. In die eerste twee leerjaren kreeg je hoofdzakelijk talen, zaakvakken en uiteraard ook de nodige creatieve vakken waaronder ook blokfluit. Op je rapport werd daar een apart cijfer voor gegeven. Enkele docentnamen uit die beginjaren: de heer Lebbink (Duits) die volgens mij ook adjunct was destijds. De heer Swennen (Engels) die vaak dreigde in te dommelen. De onvergetelijke heer Geurts van Frans; altijd eerst even het bureau afstoffen! En altijd weer die woordenboeken – met de nodige toevoegingen – die uitgedeeld moesten worden. De heer van de Peet bracht je alles bij van aardrijkskunde. En met name kreeg je een schoolvoorbeeld van de structuur van een les! Voor geschiedenis hadden we een wat oudere docent die uit Venlo kwam, tenminste in leerjaar 1. Die had altijd spannende verhalen. De heer Swinkels verzorgde de handenarbeidlessen in het gebouw aan de straatzijde gelegen en waar je elke morgen onder doorging. Links de leslokalen en rechts zat de administratie van de St.Josephvereniging. Verder de heer Meijer van lichamelijke oefening. Daar heb ik geen goede herinneringen aan. Pas later kregen we ‘Pietje’ van de Linden. Van hem moest je thuis de handstand tegen de muur oefenen en dan een sinaasappel onder je hoofd leggen en die dan elke keer proberen te toucheren! Oh ja.. de heer Brunenberg (natuurkunde) afkomstig uit Weert. Zijn proefwerken waren altijd een soort invuloefeningen. Dat keek snel na. Hij gaf ook rekenen meen ik me te herinneren. Wat me ook nog bijstaat is dat in één van die lessen klasgenoot Leo Thijssen bijna flauw dreigde te vallen. Dat kwam doordat de docent een praatje hield over ‘bloed’. Biologie kregen we van Bertus Verhoeven. Die was dol op spreekwoorden van boeren komaf. We hebben er heel wat aangeleverd, al of niet zelf verzonnen! Maar ook de actuele lessen van de invasie van de notenkraker kan ik me nog herinneren.
Je kreeg in die tijd 3 rapporten per leerjaar, gebundeld in een blauw boekje met op de voorkant de naam van de school: ‘Katholieke Academie voor onderwijzers’. En let wel, je stond in de eerste leerkring niet voor de klas. Dat gebeurde pas in de 3e klas. Maar dan wel eerst een TBC-verklaring overleggen. Dat moest elk jaar opnieuw. Op je bordschrift letten! Niet met je handen in je zak! Denk aan je intonatie! Zo maar wat aandachtspunten die vaak onder de lesvoorbereidingen werden geschreven. Inmiddels zaten we dus in de 2e leerkring. Er waren een aantal instromers in onze klas, afkomstig van bijvoorbeeld Havo. De vakken Frans en Duits vielen af. We werden onderwezen in een aantal nieuwe vakken: opvoedkunde (van de heer Stienen), rekenen (van de heer Valkenaars), kennis van het cultureel maatschappelijk leven (CML); schrijven; algemene didactiek. Hieronder een eerste foto-impressie.
In schooljaar 1969-1970 gingen we van klas 3d terug naar 2d. De opzet van de Academie wijzigde en klas 1 en 2 werd Havo-top. De P.A. werd daarmee driejarig. In deze vierde klas was de heer van de Laar onze mentor. Hij gaf ons Nederlands. Zoals het ontleden met de methode Paardekooper! Al die ontleedsymbolen. Bijwoordelijke voor- of nabepaling? Voorzetselvoorwerp enz.
In de nieuwe opzet moest elke P.A. student 2 vakken kiezen. Ik koos voor Geschiedenis en Handvaardigheid als specialisatie. Geschiedenis was, achteraf gezien, een negatieve keuze. Ik had er beter aan gedaan om rekenen/wiskunde te kiezen. Bij Handvaardigheid was ik juist in mijn element. Op het einde van het vierde leerjaar gingen we in 1970 op werkweek naar München. Allemaal in de tent aan de Isar en zelf je eigen potje koken. Ik kan me nog herinneren dat ik als kok van onze tent me elke morgen moest vervoegen bij de heer Brunenberg die het proviand-magazijn beheerde. Overdag meestal (culturele) activiteiten waaronder met een vlot de Isar zien te bedwingen. En dan ’s avonds op het terras een heerlijk ‘glaasje’ Löwenbrau-bier.
We hadden eigenlijk best een gezellige klas. Op zeker moment verongelukte een klasgenoot van ons: Tiny Schepers. Dit had een heel grote impact op onze klas. Het heeft lang geduurd voordat het verlies van ‘Thies’ een goed plekje had gekregen. Je trok min of meer op met dezelfde klasgenoten of treingenoten. Bijna elke pauze gingen we toen al lunchwandelen. Met Theo, Leo, Jos en Peter van Bragt. Een blokje om. En bij slecht weer zaten we in die kelder waar een zekere Anneke de scepter zwaaide samen met ene Kees. Was hij niet de conciërge? Er stonden enkele oude bankstellen. Ook een oude piano. En Leo van Esch was heel vaardig in het bespelen daarvan!
De meeste leerlingen waren heel volgzaam. Heel sporadisch waren er incidentjes. Ik kan me herinneren dat een hogere jaars uit Liessel zijn hoofd kaal liet scheren omwille van een weddenschap. Hij werd meteen geschorst. Zoiets kon in die tijd echt niet. Of neem de jaar- en plaatsgenoot, eveneens uit Deurne, die in het laatste jaar van school gestuurd dreigde te worden omdat hij moest trouwen!! In 1971 zijn we afgestudeerd met een diploma van de tweede leerkring aan de Pedagogische Academie! Met de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd de naam Kweekschool daarmee vervangen. Ik kan me weinig herinneren van de diploma-uitreiking. Ik weet nog wel dat een jaargenoot, eveneens afkomstig uit Deurne, definitief afgewezen werd. Met het cijfer 4 voor opvoedkunde, gegeven door de heer Broere. Dat was toen een hele rel. Hoe dan ook, we waren op dat moment ‘volledig bevoegd onderwijzer’. Binnen enkele weken kwam ik erachter dat ik daarentegen óók bevoegd was voor het geven van Nederlands en Rekenen van enkele vormen van het Voortgezet Onderwijs. En zodoende ben ik nooit werkzaam geweest in het basisonderwijs! Hieronder een tweede foto-impressie.
In september 2016 werd er een bijzondere reünie georganiseerd:
