Binnenkort een verslag van deze speciale reünie.
Auteur: pieter
1.b.2 Pedagogische Academie
1966-1971 Opleiding Pedagogische Academie
Officieel droeg de school aan de Hemelrijken 106 in Eindhoven de naam Pedagogische Academie. Daarnaast werd ook wel ‘PABO’ (Pedagogische Academie Basis Onderwijs) gebruikt. Op ons eerste rapport met Kerst 1966 staat ‘Katholieke Academie voor onderwijzers’. De naam geeft het al aan: deze school was alleen voor mannen! Op de Edenstraat was nog een tweede ‘kweekschool’ en die was gemengd.
Van het dorp Deurne naar de grote stad Eindhoven! Dat was een hele overstap. Een wereld van verschil. Ik kan met nog herinneren dat, alvorens je werd aangenomen, er o.a. een toelatingsgesprek werd gehouden. Met vijven tegelijk werden we ondervraagd. De heer Broere (docent opvoedkunde) zat tegenover ons en stelde de vragen. Ook geneeskundig werd je onderzocht door een arts in Eindhoven. Dokter van Poppel in mijn geval. Dat was al een hele onderneming om in de Geert Grotestraat van Eindhoven te belanden. Maar uiteindelijk werd ik aangenomen. En met mij vele anderen. Toch voornamelijk Mavoleerlingen die de eerste leerkring gingen bevolken. Als ik me goed herinner gingen we in 1966 met een vijftal eerstejaars klassen van start. Ik kwam in de D-klas terecht.
Onderstaand filmpje geeft een eerste indruk uit die tijd (met dankbaar gebruik van een aantal foto’s ontleend aan ‘Eindhoven-in-beeld’)
Dat was in het begin wel even wennen. Met de trein naar school. Ik moest elke morgen vroeg op want even na zevenen vertrok die al. Een trein later – er liep er destijds maar eentje per uur – kon ik me niet permitteren want dan kwam ik te laat op school. Onze eerste mentor was de heer van Beers, de godsdienstleraar. In die eerste twee leerjaren kreeg je hoofdzakelijk talen, zaakvakken en uiteraard ook de nodige creatieve vakken waaronder ook blokfluit. Op je rapport werd daar een apart cijfer voor gegeven. Enkele docentnamen uit die beginjaren: de heer Lebbink (Duits) die volgens mij ook adjunct was destijds. De heer Swennen (Engels) die vaak dreigde in te dommelen. De onvergetelijke heer Geurts van Frans; altijd eerst even het bureau afstoffen! En altijd weer die woordenboeken – met de nodige toevoegingen – die uitgedeeld moesten worden. De heer van de Peet bracht je alles bij van aardrijkskunde. En met name kreeg je een schoolvoorbeeld van de structuur van een les! Voor geschiedenis hadden we een wat oudere docent die uit Venlo kwam, tenminste in leerjaar 1. Die had altijd spannende verhalen. De heer Swinkels verzorgde de handenarbeidlessen in het gebouw aan de straatzijde gelegen en waar je elke morgen onder doorging. Links de leslokalen en rechts zat de administratie van de St.Josephvereniging. Verder de heer Meijer van lichamelijke oefening. Daar heb ik geen goede herinneringen aan. Pas later kregen we ‘Pietje’ van de Linden. Van hem moest je thuis de handstand tegen de muur oefenen en dan een sinaasappel onder je hoofd leggen en die dan elke keer proberen te toucheren! Oh ja.. de heer Brunenberg (natuurkunde) afkomstig uit Weert. Zijn proefwerken waren altijd een soort invuloefeningen. Dat keek snel na. Hij gaf ook rekenen meen ik me te herinneren. Wat me ook nog bijstaat is dat in één van die lessen klasgenoot Leo Thijssen bijna flauw dreigde te vallen. Dat kwam doordat de docent een praatje hield over ‘bloed’. Biologie kregen we van Bertus Verhoeven. Die was dol op spreekwoorden van boeren komaf. We hebben er heel wat aangeleverd, al of niet zelf verzonnen! Maar ook de actuele lessen van de invasie van de notenkraker kan ik me nog herinneren.
Je kreeg in die tijd 3 rapporten per leerjaar, gebundeld in een blauw boekje met op de voorkant de naam van de school: ‘Katholieke Academie voor onderwijzers’. En let wel, je stond in de eerste leerkring niet voor de klas. Dat gebeurde pas in de 3e klas. Maar dan wel eerst een TBC-verklaring overleggen. Dat moest elk jaar opnieuw. Op je bordschrift letten! Niet met je handen in je zak! Denk aan je intonatie! Zo maar wat aandachtspunten die vaak onder de lesvoorbereidingen werden geschreven. Inmiddels zaten we dus in de 2e leerkring. Er waren een aantal instromers in onze klas, afkomstig van bijvoorbeeld Havo. De vakken Frans en Duits vielen af. We werden onderwezen in een aantal nieuwe vakken: opvoedkunde (van de heer Stienen), rekenen (van de heer Valkenaars), kennis van het cultureel maatschappelijk leven (CML); schrijven; algemene didactiek. Hieronder een eerste foto-impressie.
In schooljaar 1969-1970 gingen we van klas 3d terug naar 2d. De opzet van de Academie wijzigde en klas 1 en 2 werd Havo-top. De P.A. werd daarmee driejarig. In deze vierde klas was de heer van de Laar onze mentor. Hij gaf ons Nederlands. Zoals het ontleden met de methode Paardekooper! Al die ontleedsymbolen. Bijwoordelijke voor- of nabepaling? Voorzetselvoorwerp enz.
In de nieuwe opzet moest elke P.A. student 2 vakken kiezen. Ik koos voor Geschiedenis en Handvaardigheid als specialisatie. Geschiedenis was, achteraf gezien, een negatieve keuze. Ik had er beter aan gedaan om rekenen/wiskunde te kiezen. Bij Handvaardigheid was ik juist in mijn element. Op het einde van het vierde leerjaar gingen we in 1970 op werkweek naar München. Allemaal in de tent aan de Isar en zelf je eigen potje koken. Ik kan me nog herinneren dat ik als kok van onze tent me elke morgen moest vervoegen bij de heer Brunenberg die het proviand-magazijn beheerde. Overdag meestal (culturele) activiteiten waaronder met een vlot de Isar zien te bedwingen. En dan ’s avonds op het terras een heerlijk ‘glaasje’ Löwenbrau-bier.
We hadden eigenlijk best een gezellige klas. Op zeker moment verongelukte een klasgenoot van ons: Tiny Schepers. Dit had een heel grote impact op onze klas. Het heeft lang geduurd voordat het verlies van ‘Thies’ een goed plekje had gekregen. Je trok min of meer op met dezelfde klasgenoten of treingenoten. Bijna elke pauze gingen we toen al lunchwandelen. Met Theo, Leo, Jos en Peter van Bragt. Een blokje om. En bij slecht weer zaten we in die kelder waar een zekere Anneke de scepter zwaaide samen met ene Kees. Was hij niet de conciërge? Er stonden enkele oude bankstellen. Ook een oude piano. En Leo van Esch was heel vaardig in het bespelen daarvan!
De meeste leerlingen waren heel volgzaam. Heel sporadisch waren er incidentjes. Ik kan me herinneren dat een hogere jaars uit Liessel zijn hoofd kaal liet scheren omwille van een weddenschap. Hij werd meteen geschorst. Zoiets kon in die tijd echt niet. Of neem de jaar- en plaatsgenoot, eveneens uit Deurne, die in het laatste jaar van school gestuurd dreigde te worden omdat hij moest trouwen!! In 1971 zijn we afgestudeerd met een diploma van de tweede leerkring aan de Pedagogische Academie! Met de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd de naam Kweekschool daarmee vervangen. Ik kan me weinig herinneren van de diploma-uitreiking. Ik weet nog wel dat een jaargenoot, eveneens afkomstig uit Deurne, definitief afgewezen werd. Met het cijfer 4 voor opvoedkunde, gegeven door de heer Broere. Dat was toen een hele rel. Hoe dan ook, we waren op dat moment ‘volledig bevoegd onderwijzer’. Binnen enkele weken kwam ik erachter dat ik daarentegen óók bevoegd was voor het geven van Nederlands en Rekenen van enkele vormen van het Voortgezet Onderwijs. En zodoende ben ik nooit werkzaam geweest in het basisonderwijs! Hieronder een tweede foto-impressie.
In september 2016 werd er een bijzondere reünie georganiseerd:

5.b.7 Jacques & Henny
Afscheid collega’s Jacques Pricken en Henny Verhoef en daaraan gekoppeld…
het 40 jarig onderwijsjubileum van Ad van de Corput en het 25 jarig onderwijs- en schooljubileum van Sjaak Cornelissen
Op vrijdag 15 juli 2016 hebben opnieuw 2 collega’s afscheid genomen. Dit keer niet op school maar op locatie. Het feest vond plaats bij de Natuurpoort ‘de Peel’ aan het Leegveld gelegen in Deurne.

Allereerst Henny Verhoef die pas na de fusie op het Alfrinkcollege is komen werken. Om precies te zijn in 2002, samen met nog 16 andere nieuwe docenten. Jan Oomens was toen nog de deelschoolleider. Henny verzorgde de biologie-lessen bij de Mavo (voorheen T/G), aanvankelijk bij de kerngroep 3-4 Mavo en later bij 1 Mavo. Hij weet heel veel op het gebied van ICT maar persoonlijk ben ik vooral onder de indruk van zijn brede algemene kennis. Bij de AC-quiz heeft ons team ‘SuperB4’ daar altijd dankbaar gebruik van gemaakt.
Jacques Pricken is een echte ‘Sancta Mariaan’, begonnen in 1976. Samen met o.a. Helmie Cuppens, Dick Doezé, Ad van de Corput en Mariet Zanders om er maar enkele te noemen. Tekenen en Handvaardigheid waren zijn vakken. Daarnaast maakte hij beurtelings met René Cober, het cadeau voor de eindexamenkanditaten: een poster of een verjaardagskalender. Later werden dat de omslagen van de schoolgids. Maar ook voor het cabaret en de musical heeft hij het nodige decorwerk verzet. Nu in 2016 neemt hij na 40 jaar trouwe dienst – hij vierde vandaag ook zijn 40-jarig onderwijs- en schooljubileum – afscheid van het onderwijs.
Het jubileum van …
En passant vieren twee andere collega’s hun jubileum maar nemen zeker nog geen afscheid. Ad van de Corput begon eveneens in 1976 zijn werk aan Sancta Maria. Aanvankelijk als docent AVO-vakken en later gespecialiseerd in wiskunde en dan met name leerjaar 2. In 2011 nam deze ook metselende docent wiskunde de koptaak ‘veiligheidscoördinator’ over van Mieke. En… met verve: Probeer niet te vluchten c.q. onder te duiken als er een calamiteit speelt! Op deze heuglijke dag viert Ad zijn 40 jarig schooljubileum.
Sjaak Cornelissen viert zijn 25 jarig onderwijsjubileum en was in 1991 de opvolger van Wim van Dongen. Wat een toeval dat ook hij op deze dag aanwezig was. Als docent wiskunde zat Sjaak aanvankelijk in de kerngroep Kader maar is inmiddels ‘overgestoken’ naar TG dat nu 3-4 Mavo wordt genoemd. En Sjaak is al jarenlang een zeer verdienstelijk roostermaker en zit eveneens in de organisatie van de PUD-commissie.
Het was een komen en gaan van optredens voor de 4 hoofdpersonen. Bijzondere diersoorten werden gespot. We waren getuigen van een opfris-examen. Kerngroepen en vaksecties zetten hun beste beentje voor. En ook de jaarlijkse Oriëntatietocht bleek weer een goede inspiratiebron voor de diverse stukjes.
Pieter Seuren zong aan het slot van de optredens speciaal voor Jacques een prachtig lied op de wijze van het bekende Limburge lied ‘Koempel Sjeng’. Een bescheiden maar veelzeggende tekst. Chapeau! Een heel gezellige en geslaagde avond. En wat betreft de collega’s die afscheid hebben genomen: Het ga jullie goed en tot ziens, zeker op onze jaarlijkse reünie!
Hieronder een aantal foto’s aan de hand waarvan we de sfeer nog eens kunnen proeven.
De eerste serie foto’s:
De tweede serie foto’s:
7.b.6 Foto’s en film 2016
Op 8 april j.l. , de verjaardag van o.a. nestor Cor Goossens, heeft de 11e editie van de reünie van het Alfrinkcollege wederom plaatsgevonden. Bijna 45 (oud)-collega’s hadden zich opgegeven en hebben opnieuw van de gelegenheid gebruik gemaakt om bij te buurten. Ook de directie, Monique van Roosmalen, Rutger van Deursen en Rini van de Leur, kwamen een kijkje nemen. Dat wordt toch elk jaar opnieuw gewaardeerd. Ook enkele nieuwe gezichten zoals Ine Rijntjes, Hans van Rutte die het afgelopen schooljaar nog actief waren. Maar ook Kees Janssen en Mariet Zanders waren voor de eerste keer ‘op bezoek’. Helaas waren er ook, om verschillende redenen, afzeggingen: Sjef Packbier, Frans Hendriks, Trees Ligtenberg en Marysette van der Vorst moesten spijtig genoeg verstek laten gaan.

En zoals altijd verzorgde Truus en haar kleindochter, het is bijna vanzelfsprekend, weer de bediening tijdens deze bijeenkomst in de personeelskamer. Ook nu weer onze oprechte dank!
En dan is er natuurlijk het beeldverslag (foto’s/film van Pieter Willems en enkele foto’s van Geert Meijer). Tevens vindt u hieronder een impressiefilmpje van deze gezellige en sfeervolle 11e reünie.
filmverslag 2016
fotoverslag 2016
8.3 Reünie IHNO 4A & 4B 1986-1990
Een telefoontje ergens in februari. ‘Met Rianca Aldenzee-Crul, wij willen een reünie houden op zaterdag 5 maart 2016’. Of ik ook wil komen! Hoewel er op die avond de 10e editie van de Heylight parade bij ons in de straat voorbijtrekt, sla ik het aanbod niet af. De reünie wordt gehouden bij Rianca thuis, aan de Kwadestaartweg in Deurne. Ze hebben al eens vaker bij gekletst!

Deze leerlingen zijn op Sancta Maria gestart in 1986. Het 40-jarig jubileum van onze school in februari is dan net achter de rug. Om enigszins een idee te geven: In 1986 wordt Flevoland onze 12e provincie. Er wordt een bankbiljet van 250 gulden ingevoerd, beter bekend als ‘de vuurtoren’. In december vindt in Assen de eerste aardbeving plaats van de noordelijke provincies en Evert van Benthem wint in dat jaar de Elfstedentocht. In het onderwijs wordt er flink geprotesteerd vanwege de bezuinigingen die de regering wil doorvoeren. Burgemeester van Deurne is op dat moment de heer van Genabeek. Sinds het jubileum heeft onze school een eigen schoolvlag en is de aula toegerust met een nieuwe verlichtingsinstallatie. En in dit schooljaar 86-87 neemt Thea de Rijcke als directeur (m.i.v. april 1987) de taak over van Elly Sweere. Het is een kleine maar wel gezellige reünie geworden. In 1990 zijn deze leerlingen van de examenklassen 4A (mentor Wilma van der Kroon) en 4B (mentor Jeanne Hofmans) geslaagd. In het vierde leerjaar liepen deze leerlingen voornamelijk stage. Ze wisten o.a. ook nog te vertellen dat er bij de laatste schooldag bijna niets mocht; de jaren ervoor waren er de nodige vernielingen aangericht (versterker omroepinstallatie kapot; ruiten stuk enz.). De vierdejaars hadden een opblaaskussen georganiseerd op het sportveldje achter de school. Van mijn kant kan ik me nog herinneren dat er desondanks die inperking toch nog ook met eieren is gegooid. De jaren nadien zijn we voortaan met de examenkandidaten ergens naar toe gegaan, zoals kanoën op de Dommel bij Valkenswaard en later vooral naar de pretparken!

Wat betreft de leerkrachten waren aanwezig: Mariet Zanders, Leonie Willems, Wilma van der Kroon, Hans van Rutte, Ad van de Corput, Pieter Willems en ook Paul Pennock die destijds lichamelijke oefening gaf.
Hieronder een galerij met overige foto’s.
2.a.4 Wandreliëf P.Wiegersma
Kunstwerk Pieter Wiegersma behouden
De aanleiding
Zondag 19 oktober 2014. Pieter en Mieke Willems hebben het besluit genomen om, wellicht voor de laatste keer, nog een kijkje te nemen in de voormalige schoolgebouwen van Sancta Maria, later Elkervoorde genaamd. Alle kunstenaars van DESTAT moeten op korte termijn de gebouwen verlaten hebben en wegens de dreiging van sloop komt hoogstwaarschijnlijk de kans niet meer voorbij om hier oude herinneringen op te halen. Dit speelt ongeveer een maand voorafgaande aan de overplaatsing van het andere kunstwerk, een Madonnabeeld vóór de school, naar het onderwijsvierkant.
Ook nemen we nog een kijkje in de oude gymzaal met eronder de fietsenkelder. Tenminste voor zo ver dat mogelijk is want vandalen hebben hier al flink huisgehouden. Onvoorstelbaar. Het verbaast ons dat in het trapportaal van het bijgebouw nog steeds het kunstwerk hangt van de hand van Pieter Wiegersma. We hadden gedacht dat dit keramieken wandreliëf al lang veilig gesteld zou zijn. Dus niet !! Hiernaast de foto van het trapportaal ten tijde van de laatste rondgang.
Het kunstwerk is in 1969 door Pieter Wiegersma zelf aangebracht nadat hij samen met de toenmalige directrice zr. Martini en huishoudkundige Francien van Oosterhout Munsters deze plek had uitgezocht. In 1969 kwam de uitbreiding van de huishoudschool, zijnde een tweede bouwlaag op de zij- en achtervleugel èn een vrijstaande gymzaal met fietsenkelder, klaar. Het was toen gebruikelijk om 1% van de bouwkosten te reserveren voor een kunstwerk. Tegenwoordig ligt dan anders. De heer van Halteren is ook nu weer de architect van deze uitbreiding. De notulen van de bestuursvergadering vermeldt het volgende:
De kunstenaar
Pieter Wiegersma (1920-2009) was de 2e zoon uit het huwelijk van Hendrik Wiegersma en Nel Daniëls. Zijn beroep was in feite glazenier. Talrijke glas-in-lood-ramen heeft hij ontworpen en gemaakt voor kerken en kapellen totdat er steeds minder religieuze gebouwen nodig waren. Mensen gingen steeds minder naar de kerk. Daarom schakelde hij in de 60-jaren over op andere technieken: wandtapijten, sieraden, keramiek, aquarellen enz. voor allerlei openbare gebouwen zoals gemeentehuizen, scholen, ziekenhuizen enz. In die tijd is ook het kunstwerk voor ‘Sancta Maria’ gemaakt. Ook in het Lorentz Casimir college te Eindhoven hangt een dergelijk keramieken wandreliëf, eveneens gemaakt in de periode 1963 – 1974. Zo ontwierp hij o.a. ook een keramische vis, een spuitfiguur voor in de vijver gelegen nabij de allereerste bejaardenwoningen in de St.Jozefparochie nabij de St.Jozefkerk, gebouwd begin 60-er jaren. Hieronder nog een aantal toelichtende foto’s.
Het wandreliëf
Het kunstwerk is een wandreliëf en is in delen gemaakt. Alle 15 stukken zijn aan de achterkant uitgehold vanwege het bakproces. Bij het plaatsen – dat deed hij meestal met een vaste equipe – zijn de holle gedeeltes met cementspecie gevuld en vervolgens middels keilbouten in de muur van het trapportaal verankerd. Degelijk werk. Ook voor ons was de vraag wat het reliëf nu precies voorstelt. Kortom: wat is de iconografie ? In ieder geval heeft het met ‘groei’ te maken. Zo wordt dat ook beschreven in het jaarverslag van het bestuur, opgesteld door de voorzitter van het schoolbestuur, Herman Allard (1913-1986). Hij was de eerste conservator van museum het Dinghuis, waar hij destijds ook woonde.
Op 15 december 2015 heb ik over de voorstelling van het wandreliëf een telefoongesprek met de zoon van Pieter te weten Tjerk Wiegersma. Hij beheert in Brussel een kunsthandel onder de naam ‘Wiegersma Fine Art’.
‘Het is een ontspruiting, een thema dat hij vaker hanteerde net als bij het wandtapijt in het Deurnese ziekenhuis destijds. Een dergelijk idee zat er vaker achter: de uivorm; een knop die ontspruit, bloeit. Je ziet de rode stampertjes. Het groeit omhoog, naar buiten, naar de zijkant. Er zijn zichtbare vertakkingen. Een kern dat eerst een zaadje is geweest. Het staat symbool voor de school, de jeugd’.
Verder vermeldt hij dat het werk gemaakt kan zijn in Tegelen in Limburg. Of misschien bij Flos in Steyl maar daar werd hoofdzakelijk glas-in-lood gemaakt. Volgens Lex van de Haterd, de conservator van museum De Wieger, werkte hij het wandkeramiek uit bij Russel Tiglia in Tegelen. Hij liet hij zich bij het vervaardigen ervan adviseren door een specialist op dit gebied, Mathieu Oehlen. Die had op zeker moment in Reuver ook een eigen atelier.
Zijn zoon Wim trekt dat sterk in twijfel. Zijn vader had volgens hem geen relatie met Russel Tiglia. Hij gaf leiding aan een ‘concurrerend’ sierkeramiek-atelier. Hij schrijft mij hierover het volgende:
‘Gezien de tijd van totstandkoming en de baktechniek (met name de kleuren rood en geel op onderdelen) lijkt het me niet waarschijnlijk dat dit reliëf in het vroegere sierkeramiek-atelier van de Greswaren Industrie Teeuwen (GIT) in Reuver is gemaakt. Eind jaren zestig werden er nog maar weinig werken uitgevoerd. Uitgesloten is het echter niet. Assistentie heeft mijn vader niet gegeven, hooguit toestemming om het werk in Reuver uit te voeren. Als Pieter Wiegersma contact met mijn vader had gezocht in die tijd, dan zou mijn vader dat waarschijnlijk toen wel aan mij hebben verteld. En zeker iets later, bij ons op bezoek in Deurne, want ik ben in 1970 in Deurne als jonge leraar (Latijn en geschiedenis) op het Peellandcollege aan de slag gegaan en heb daar tot 1977 met veel plezier gewerkt. Ik herinner me echter niets van zo’n verhaal’.
Kortom, het is op dit moment nog niet geheel duidelijk waar het wandreliëf nu precies vervaardigd is.
Wellicht dat dit in de toekomst nog eens opgelost zal worden.
Op zoek naar achterliggende documentatie
Op het einde van het kalenderjaar 2015 en tevens in de eerste maanden van het nieuwe jaar 2016 doe ik intussen allerlei pogingen om meer gegevens te verkrijgen van het keramieken kunstwerk. Waar is het gemaakt? Is er nog documentatie beschikbaar in het atelier waar het gemaakt is? Is er soms nog een ontwerp in het archief? Zo heb ik contact met Keramiekcentrum Tiendschuur in Tegelen alwaar een heleboel kunstwerken en documentatie over keramiek gemaakt in Limburg is ondergebracht. Het onderzoek gedaan door de conservator van het keramiekcentrum, Sacha Odenhoven, levert jammer genoeg niets op. Daarom krijg ik adressen door van familieleden van Mathieu Oehlen. Lex van de Haterd, sinds 1 januari 2016 de nieuwe conservator van museum De Wieger in Deurne, vraagt aan mij om even geduld te oefenen. Hij is op dat moment druk bezig met de afronding van een boek en de voorbereiding van drie nieuwe tentoonstellingen i.v.m. het jubileumjaar van De Wieger. Begin maart 2016 krijg ik van hem een reactie op zijn zoektocht:
‘Ik heb de hele map met krantenartikelen die ik over Pieter Wiegersma heb, nagekeken, en helaas niets gevonden over het keramisch werk in ‘Sancta Maria’. Tjerk vertelde je dat hij alle documentatie aan De Wieger heeft gegeven, dat klopt ook, maar De Wieger heeft alles aan mij doorgegeven in 2014, althans wat de documentatie betreft. Alle kunstwerken van PW hebben ze natuurlijk gehouden. Ik heb meer dan 200 kleine ontwerpschetsen van PW, maar dit ontwerp zat er niet bij. Ik heb slechts enkele cartons op ware grootte en wat schetst mijn verbazing: het ontwerp van dit werk zit erbij. Helaas zonder iconografie. Ik denk dat je achter de iconografie van dit werk overigens niet te veel moet zoeken. Volgens mij stelt het werk een gestileerde plant/bloem voor, een geliefd thema van PW, en symboliseert het groei/leven/vitaliteit. Zo past het weer bij jeugd en sport in een gymzaal van een school’.
Hieronder nog een aantal toelichtende foto’s.
De eerste poging mislukt
In het najaar van 2014 heeft het Alfrinkcollege via Rinie van de Leur te kennen gegeven om t.z.t. het kunstwerk een plaats te willen geven in de aula van de school. De school heeft echter niet de financiële mogelijkheden om het verwijderen en plaatsen van het kunstwerk te bekostigen. Het verplaatsen van het Madonnabeeld heeft al het nodige geld gekost. De vraag is dan ook of ik vrijwilligers kan inschakelen. Op dat moment is het ook erg onduidelijk of nu de gemeente dan wel woningbouwvereniging Bergopwaarts het eigenaarschap heeft van de schoolgebouwen. Na maandenlange stilte komen de gebouwen opnieuw in handen van Bergopwaarts. Pas in mei 2015 wordt het duidelijk dat de hoofdgebouwen intact blijven en alleen de bijgebouwen, waaronder de gymzalen, gesloopt zullen worden. Intussen heb ik een werkgroepje gevormd: Ad van de Corput (voormalig collega en vakgenoot), Cor Verhoeven (voormalig conciërge van Sancta Maria), Hennie van den Heurik (een zwager van me die altijd de logistiek aanstuurde bij WILMA-bouw) en ikzelf. Ik leg contact met de betreffende teamleider van Bergopwaarts, Thijs Heuff, om een afspraak te maken voor een eerste verwijderingspoging. Het wordt donderdag 28 mei 2015. De poging mislukt echter. Een flinke teleurstelling. Volgens Ad zijn de afzonderlijke delen met steenkit vastgezet. En…er zitten twee lagen baksteen achter; je kunt er niet goed bij. We zouden het kunstwerk ruïneren als we de poging gaan doorzetten. Dat doen we dus zeker niet! Er moet een andere oplossing gezocht worden. Zie verder de toelichtende foto’s hieronder.
Wat nu te doen?
Nog voor de zomervakantie informeer ik bij Bergopwaarts of het sloopbedrijf eerst de achterste muur achter het kunstwerk zou kunnen verwijderen zodat we een betere toegang hebben. De sloper laat desgevraagd weten dat dit heel wat extra werk gaat kosten en dan nog is het maar de vraag of het kunstwerk behouden kan blijven. ‘Deze kosten wil Bergopwaarts niet voor haar rekening nemen, dus als jullie het kunstwerk willen behouden dan zal je het zelf op redelijk korte termijn moeten verwijderen’, aldus de reactie van teamleider Thijs Heuff. De werkgroep onderzoekt ook nog of een speciaal gereedschap, een buigzame trekzaag, wellicht uitkomst biedt. Ook dat blijkt geen haalbare kaart. Intussen meldt de teamleider ons dat het sloopbedrijf na de bouwvakvakantie op 24 augustus 2015 met de sloop van de gymzalen begint. Hein van den Heurik neemt contact op met de uitvoerder van sloperij Jansen. Die zit mogelijkheden om, als de afbraak ver genoeg gevorderd is, via een professionele slijper het kunstwerk uit te slijpen. Maar… daar hangt wel een prijskaartje aan. Pas op het allerlaatste moment vinden we een geldschieter die bereid is de kosten hiervan voor haar rekening te nemen. Die geldschieter zijn we nog steeds heel erg dankbaar! Zie verder de foto’s van de situatie ter plekke op dat moment.
Eindelijk is het zo ver !
Het is 2 december 2015. Het kunstwerk zal uit de muur gezaagd worden. We zijn heel erg benieuwd. Via de uitvoerder is er een bedrijf uit Eersel gecharterd dat gespecialiseerd is in boor- en zaagwerkzaamheden. Steen, graniet, beton, asfalt enz. Nadat de bescherming is weggenomen worden er eerst een tweetal cilindervormige gaten geboord. Daar doorheen worden de banden bevestigd om het geheel straks te kunnen hijsen. Vervolgens wordt de muur 2x verticaal en 1x horizontaal ingezaagd zodat het kunstwerk, samen met de twee lagen baksteen, vrij komt te liggen. Boren en zagen is inderdaad geen enkel probleem voor dit bedrijf. Vervolgens wordt het opgetild en op de vrachtwagen van Cosentino, een natuursteenhandel in Deurne, gezet. Een succesvolle operatie. Chauffeur Berry Goossens brengt het veilig naar de hal van het bedrijf alwaar het kunstwerk binnenkort gestript en gerestaureerd zal worden. Nu volgt een kort videoverslag van de berging.
Hieronder de fotorapportage van alle werkzaamheden.
Restauratie van start
In de hal van ‘Cosentino’ Deurne krijgen we alle ruimte, tijd en medewerking om het kunstwerk te strippen en te restaureren. Onze werkgroep is inmiddels van samenstelling gewijzigd. Naast Hein van den Heurik en Pieter Willems; de twee vrijwilligers van museum De Wieger, Cor Verhoeven en Harrie Biemens, is ook Hans van Hoek toegetreden. Buiten zijn onderwijsloopbaan was hij ook pottenbakker en gezien het keramiek een welkome aanvulling. Tenslotte Herre Obbema. Hij is meerdere keren betrokken geweest bij restauraties van kunstwerken in heel Nederland en dus een man met veel expertise.
Intussen heb ik in januari 2016 het bestuur van de Stichting Vriendenkring Ons Deurne benaderd voor financiële ondersteuning bij de restauratiewerkzaamheden. Via o.a. projecten zoals dit probeert deze stichting er voor te zorgen dat de gemeente Deurne vaker op positieve wijze in beeld komt. Onze aanvraag wordt positief beantwoord en daarom gaan we gauw aan de slag. De eerste weken doen Hein en Pieter het kapwerk. Heel voorzichtig van achteruit, laag voor laag zonder het kunstwerk te beschadigen. Een container vol met puinafval. En wat blijkt? Elk deel zit met één of meer keilbouten vast een direct erachter gelegen steenlaag. Ik denk dat we in totaal ruim 40 keilbouten hebben verwijderd. Gelukkig zitten de afzonderlijk delen niet aan elkaar vastgelijmd. Vrijwel koud tegen elkaar. Na enkele weken kappen hebben we alle afzonderlijke stukken ‘bevrijd’. Zonder beschadigingen. Stuk voor stuk leggen we ze op weegschaal om het totaalgewicht te kunnen bepalen, ongeveer 205 kg. Nu blijkt pas echt dat het uitzagen de enige juiste manier is geweest om het kunstwerk te kunnen behouden. Hieronder een aantal foto’s van de eerste stripwerkzaamheden.
De afzonderlijke stukken behandelen
Weer een nieuwe fase. We hebben het resolute besluit genomen om het kunstwerk op een houten plaat te bevestigen. Middels een stalen strip in de achterzijde van de houten plaat kan die straks overal opgehangen worden, maar ook heel belangrijk, er weer vanaf gehaald worden. Koste wat kost willen we een bevestiging zoals die in de Kruisstraat is toegepast, vermijden. Volgens Herre moet de bevestiging op hout geen enkel probleem opleveren. We gebruiken daarvoor een kit die onder invloed van luchtvochtigheid uithardt tot een duurzaam elastisch rubber.Dat houdt in dat alle stukken aan de achterzijde goed vlak moeten zijn. Dat betekent veel (buiten)slijpwerk. Restanten keilbouten maar ook uitgeharde specie verwijderen. Ook reinigen we meteen de voor- en zijkanten. Beschadigingen – hoewel er die maar sporadisch zijn – worden hersteld en Hans van Hoek schildert alle stukken ‘bij’. Dat is bij hem in professionele handen. En dan wordt het tijd om een houten plaat te zagen waarop we het kunstwerk gaan aanbrengen. We nemen een 25 mm dikke multiplex plaat. Middels lamellen moet de plaat verbreed worden. Dat is een klusje voor Cor Verhoeven. Hieronder nog meer detailfoto’s.
De wederopbouw
De opbouw verloopt voorspoedig. Als alle delen aan de achterkant vlak zijn gemaakt, gerepareerd en bijgeschilderd, gaan we de omtrek bepalen. We willen namelijk een enigszins terugvallende LED-lichtstrip aan de zijkant bevestigen. Dan wordt het kunstwerk straks mooi uitgelicht. Vervolgens worden de delen op de houten plaat gelegd en afgetekend. We zagen de contouren van het werkstuk iets kleiner uit i.v.m. de strip. De decoupeerzaag komt er aan te pas. De rand wordt goed geschuurd. Vervolgens wordt de roestvrijstalen ophangstrip in de plaat gefreesd en vastgeschroefd. . Als de rand zwart geschilderd is worden de afzonderlijke stukken op de plaat vastgekit en geplakt. Aansluitend wordt er een bok gemaakt waaraan het werkstuk wordt opgehangen zodat het straks met bok en al vervoerd kan worden. Aan de achterkant worden alle stukken nog eens apart met keramische ankers aan de houten plaat vastgezet. Veiligheid voor alles. Tenslotte wordt de metalen strip aangebracht. Hierop wordt t.z.t. de Ledverlichting geplakt. Nu volgt eerst een kort videoverslag van de opbouw.
Hieronder de fotorapportage van alle opbouwwerkzaamheden.
Molens draaien langzaam
Het is inmiddels najaar 2016. Onze restauratiewerkzaamheden zijn op een oor na gevild. Het wachten is op goedkeuring van de schoolleiding van het Alfrinkcollege om het kunstwerk in de aula te mogen ophangen. Over de plek zijn we het al eens geworden: rechtsboven tegen de muur, boven het podium van de aula. De Raad van Bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs heeft te kennen gegeven dat er plannen ontwikkeld mogen worden om het gebouw van AC onderwijskundig aan te passen. Aangezien de schoolleiding zodoende geen zicht heeft op hoe het AC aangepakt gaat worden wil men het ophangen van kunstwerk voorlopig nog niet uitvoeren. Het kan immers nog wel anderhalf jaar duren alvorens alle plannen gerealiseerd kunnen worden. Dat is een flinke teleurstelling voor de werkgroep. Vandaar dat we nog enkele andere opties voor het plaatsen van het kunstwerk onderzoeken maar ook die blijken niet haalbaar.
Ruim een jaar later, november 2017 – molens draaien dus inderdaad langzaam – krijgen we te horen dat door de Raad van Bestuur het besluit is genomen om voor het Alfrinkcollege en De Sprong een nieuw gebouw neer te gaan zetten! De realisatie ervan gaat nog wel enkele jaren duren. Er wordt zelfs over 4 jaar gesproken. Dat houdt dat we alsnog de gelegenheid krijgen om het kunstwerk in de bestaande aula van het AC op te hangen, en wel op de plek die we daarvoor aanvankelijk ook hadden uitgezocht. Is de nieuwbouw klaar dan kan het t.z.t. opnieuw geplaatst worden.
De werkgroep komt wederom in actie en tijdens de kerstvakantie van schooljaar 2017-2018, op woensdag 3 januari 2018 om precies te zijn, wordt het werkstuk naar het onderwijsvierkant vervoerd en daar in de aula opgehangen. Overigens, nog een hele bijzondere operatie !
Dag van de waarheid
In de hal van Cosentino wordt de operatie voorbereid. Er worden aan de achterkant (tijdelijk) 2 draagbalken gemonteerd. Verder een hijsoog om het werkstuk straks gemakkelijk naar boven te kunnen hijsen. Dan de dag van de waarheid. Het KNMI heeft storm voorspeld voor deze 1e woensdag van januari. Nadat chauffeur Johan het kunstwerk keurig op de parkeerplaats bij De Sprong en het Alfrinkcollege heeft ‘afgeleverd’, wordt het vervolgens op een glaswagen getild. De eerste tegenvaller dient zich weldra aan: De stoeptegels onder de onderdoorgang liggen richting het schoolgebouw een stuk hoger. Het kunstwerk kan er daardoor niet onderdoor. De conciërge Toon Kuunders, biedt een oplossing. Omlopen, helemaal achter de sportzalen om. En inderdaad binnen enkele minuten staan we bij de ingang van het Alfrinkcollege. De hoogte van de voetsteun van het kunstwerk voorkomt dat we de glaswagen binnen kunnen rijden. Daar moet dus eerst met de decoupeerzaag een stuk vanaf gezaagd worden. Nu volgt eerst een kort videoverslag van het transport en de ophanging.
Hieronder een aantal foto’s van de werkzaamheden tot in de benedenhal van het schoolgebouw:
Vervolgens moet een trappenwagen het kunstwerk een verdieping hoger brengen. Aanvankelijk gaat dit goed maar doordat het werkstuk steeds schuiner wordt gehouden gaat het gewicht ervan een grotere rol spelen. Halverwege de trap moeten we het werkstuk neerleggen. Gestrand! Wat nu? Inmiddels hebben we versterking van Martine en Tom. Er wordt van een paar extra balken een soort glijbaan gemaakt die we onder het kunstwerk steken en en die we met zeep insmeren.
Na een aanzienlijk oponthoud zijn we ‘boven’. Vervolgens nog een te nemen trap van slechts enkele treden. Dit doen we op dezelfde manier. Via de steiger zijn inmiddels de 2 gaten geboord waarin de keramische ankers worden bevestigd om het kunstwerk aan op te hangen. Ook het hijsapparaat wordt (tijdelijk) net onder het plafond gemonteerd. Tegen de klok van 17.00 uur hangt het kunstwerk van Pieter Wiegersma weer op dezelfde gele steen als voorheen in de Kruisstraat. En de huidige conciërge van AC, Toon Kuunders, poseert met trots onder het werkstuk dat hij destijds zo vaak in de gymzaal van de Kruisstraat heeft moeten afstoffen !
Hieronder nog een aantal foto’s van de hele operatie.
De laatste hand
Op 1 maart 2018 hebben Hein en Pieter tenslotte de verlichting aangesloten en het tekstbordje geplaatst. En de LED-verlichting werkt getuige onderstaande foto’s.
Dank
Het wandreliëf is gelukkig behouden en heeft weer een nieuwe plek gekregen en…is nu gemakkelijker te verplaatsen ! Daarmee is eindelijk de klus geklaard. Op de eerste plaats wil ik alle werkgroepleden bedanken die al die tijd met veel toewijding aan de restauratie gewerkt hebben. Vervolgens een dankwoord aan onze sponsoren: de sponsor die verder anoniem wenst te blijven maar met de geldelijke bijdrage het wel mogelijk heeft gemaakt om het kunstwerk te kunnen bergen. Aansluitend de Stichting Vriendenkring Ons Deurne die ons de mogelijkheid heeft geboden om met hun bijdrage de restauratie uit te kunnen voeren.
Ook dank aan Cosentino Nederland die het vervoer voor haar rekening nam en waar we al die tijd in hun hal aan de restauratie hebben kunnen werken. Tenslotte dank aan al die mensen die bij toeval of gelegenheid hand- en spandiensten hebben verleend; tijdens de berging, de restauratie en bij de plaatsing in het Alfrinkcollege.
Het is te hopen dat dit kunstwerk t.z.t., zodra de nieuwbouw van het Alfrinkcollege een feit is, een mooie plek zal krijgen waar het nog beter tot haar recht zal komen. ‘Zonder voortdurende groei en vooruitgang hebben woorden als verbetering, prestaties en succes geen enkele betekenis’, aldus de wijze woorden van een Amerikaans staatsman. Iets dergelijks moet Pieter Wiegersma destijds ook gedacht hebben.
Pieter Willems, maart 2018.
5.b.6 Ine & Hans
Afscheid collega’s Ine Rijntjes en Hans van Rutte
Op vrijdag 3 juli 2015 hebben Ine Rijntjes en Hans van Rutte een streep gezet onder hun onderwijscarrière. Het was een sfeervol en gezellig afscheidsfeest. Zoals vanouds. Naast de huidige actieve collega’s waren er een heleboel oud-collega’s uitgenodigd.
Op diezelfde avond werd er ook afscheid genomen van vrijwilliger Louis van Nunen.
Zoals meestal was er geen receptie gepland maar bij binnenkomst ontstonden spontaan twee rijen met wachtenden om enerzijds Ine met haar man Jos en kinderen en anderzijds Hans en Leny met hun gezin, de hand te schudden.
Daarna opende ceremoniemeester Joost Roffelsen de avond en presenteerde hij het ‘hitteplan’. Het afscheidsfeest viel midden in een hittegolf! Aansluitend kon iedereen genieten van een uitgebreid koud buffet dat met een fris toetje werd afgesloten.
Vervolgens waren het de kerngroepleiders Herman Geenen (van Ine) en Mingo Smulders (van Hans) die een toespraak hielden.

Hans van Rutte, afkomstig uit Den Haag, was sinds 1974 werkzaam op Sancta Maria als docent Engels en was daarmee de opvolger van Peter Veltman. Samen met Diny Michels begeleidde hij destijds de leerlingen van de determinatieklas. En niet te vergeten, alle leerlingen met dyslexie, in eerste instantie samen met Annalies Nijenhuis.

Ook Ine Rijntjes, afkomstig uit Rotterdam, kwam in 1991 naar Sancta Maria als docent Nederlands. Ook zij begeleidde daarnaast leerlingen o.a. als zorgcoördinator en later als onderwijskundig begeleider bij haar kerngroep op het Alfrinkcollege.
Twee heel aardige en hardwerkende collega’s. Dat was ook min of meer de strekking van de toespraken en de cabaretstukjes van de kerngroepen, de vakgroepen Nederlands en Engels en het hoge bezoek uit Engeland! Ook bandleider Pieter Seuren deed zijn zegje.
Tegen het einde van het feest werden er een aantal muzikale stukjes ten gehore gebracht door Pieter Seuren, Pim en Bob van Rutte en drummer Hans zelf! Ine en Hans sloten de avond af met een toespraak en zetten daarmee een streep onder hun onderwijscarrière. Alle aanwezigen kregen een pen als aandenken.
Om kort te gaan: een heel sfeervolle avond waarbij we afscheid hebben genomen van twee boegbeelden van het Deurnese Vmbo-onderwijs.
Het ga jullie goed en tot ziens, zeker op onze jaarlijkse reünie!
Hieronder een aantal foto’s aan de hand waarvan we de sfeer nog eens kunnen proeven. Serie A:
Hieronder serie B:
7.b.5 Foto’s en film 2015
De 10e editie van de reünie van het Alfrinkcollege was wederom heel gezellig en geslaagd. Ruim 40 (oud)-collega’s hadden zich opgegeven en maakten van de gelegenheid gebruik om bij te buurten. Daar heeft het niet aan ontbroken. Ook dit jaar was nestor Cor Goossens wederom aanwezig!

In zijn welkomstwoordje gaf Michel nog eens overduidelijk aan dat het samen buurten het hoofddoel van de jaarlijkse bijeenkomst is. Helaas moest er ook een aantal afzeggingen wegens ziekte of andere persoonlijke omstandigheden gemeld worden: Rinie Gielen, Trees Ligtenberg, Joke ter Steeg en Henk van der Lienden. Verder bracht Michel namens flink wat oud-collega’s die verhinderd waren, de groeten over aan alle aanwezigen. Ook de directie was in de hoedanigheid van rector Monique van Roosmalen en directeur Rutger van Deursen op onze reünie vertegenwoordigd. Dat waarderen we ten zeerste.
En zoals altijd verzorgde Truus en haar assistente, het is bijna vanzelfsprekend, weer de bediening tijdens deze bijeenkomst in de personeelskamer. Onze oprechte dank!
En dan zijn er nog altijd de foto’s (van Pieter Willems en enkele van Geert Meijer). En dit keer zelfs een kort filmpje dat een impressie geeft van de reünie.
De bijbehorende foto’s:
2.a.3 Madonnabeeld
Een goede ‘laatste steen’
Toen het kunstwerk, ‘Getaste Tassen’, van oud-docent Geert Meijer in 2007 een nieuwe plek had gekregen binnen het onderwijsvierkant, heb ik de eerste poging gedaan om óók het Madonnabeeld van Sancta Maria op het grasveldje tussen De Sprong en het Alfrinkcollege geplaatst te krijgen. Dat grasveldje zou later de binnen- of beeldentuin gaan heten. Om voor mij onduidelijke redenen is dat destijds niet gebeurd. ‘Men was er mee bezig’. Het gebouw in de Kruisstraat was toen al enkele jaren in gebruik door kunstenaars van ‘De Stat’. Wie was toen de eigenaar van het gebouw: de gemeente of toch nog Ons Middelbaar Onderwijs?
In september 2014 doe ik, met ondersteuning van enkele andere oud-collega’s, een tweede poging. Daar was alle reden voor. Per email benader ik de directieleden en de directeur staf om het kunstwerk alsnog naar het onderwijsvierkant te verplaatsen. Een citaat uit het emailbericht:
Zoals jullie waarschijnlijk gehoord/gelezen hebben moet op 10 november a.s. zowel het voormalige gebouw van Sancta Maria aan de Kruisstraat – nu in gebruik door kunstenaars van ‘DeStat’ – als het voormalige gebouw van Hub van Doornecollege – thans door legio instanties onder de naam ‘De Uitkomst’ in gebruik – leeg zijn. Dan volgt t.z.t. afbraak van de gebouwen. Het gebouw aan de Kruisstraat staat wat dat betreft als eerste op de planning.
Al snel wordt duidelijk dat de schoolleiding aan de verplaatsing wil meewerken om zodoende het Madonnabeeld in de binnentuin te plaatsen. Heel positief. Wat weten we eigenlijk van dit Madonnabeeld? Wanneer is het geplaatst en wie heeft het gemaakt?
Bij de opening van een nieuwe school werd er, zoals toen gebruikelijk bij nieuwe gebouwen, een toepasselijk kunstwerk geplaatst.
Hieronder een krantenfoto van de inwijding en onthulling op 26 oktober 1960 door pastoor van Dinter, toen voorzitter van het schoolbestuur.
De pastoor hield een toespraak waarin hij zei dat het schoolbestuur bij het overhuizen naar de nieuwe school (in het voorjaar van 1959) het oude beeld van Sancta Maria niet had meegenomen, omdat men van mening was dat dit beeld niet bij het nieuwe gebouw zou passen.
Het beeld is gemaakt door Niel Steenbergen (1911-1997). Hij was een productief Brabants kunstenaar die destijds in Teteringen woonde. Hij was beeldhouwer, medailleur en tekenaar. Hij heeft meerdere kunstwerken vervaardigd voor de gemeente Deurne. Zo is het oorlogsgedenkmonument ‘Jager die het zwijn doodde’ in Helenaveen van zijn hand (1956). Voor de Maria Vredeskapel gelegen nabij het Klein Kasteel in Walsberg – door vernieling en vandalisme moest het Mariabeeld meerdere keren gerestaureerd of vervangen worden – vervaardigde hij zelfs tot twee keer toe een Mariabeeld. Het allereerste (1944) was van zijn hand maar ook zijn allerlaatste gebeeldhouwde Mariabeeld (1997) is door hem gemaakt.
Na de onthulling en inzegening werd onder leiding van muziekleraar Scheepers een aantal Maria-liederen gezongen.
Aansluitend gaf de heer Steenbergen een korte uiteenzetting omtrent de voorstelling van het kunstwerk. Het gedenkteken moest in zijn ogen een goede ‘laatste steen’ van het gebouw, van bouwmeester van Halteren uit Den Bosch, worden.
Hieronder de letterlijke tekst:
Zeer eerwaarde Zr.Martini
Mogelijk hebt u later, of thans iets aan de gedachten die mij aanspoorden tot het vervaardigen van een gedenkteken voor uw nieuwe huishoudschool. Op de eerste plaats wilde ondergetekende een goede, ‘laatste’ steen maken, die ten opzichte van het gebouw van de bouwmeester de heer van Halteren een verantwoord teken zou zijn.
In het officie van Maria wordt gesproken, zoals u wel zult weten over ‘Maria de Tempel des Heren – Maria, dus het huis van de Logos’ – de Hoogste Wijsheid – vandaar de tekst die op het voetstuk is gebeiteld.
De Madonna is omgeven door Engelen, staande voor een krans rozen, terwijl de Lieve Vrouw rust op een duivelse figuur, die geboeid onder haar ligt. Het touw houdt de Engel vast.
Het gegeven is vrij en misschien wat apocrief, maar het Bijbelverhaal over de zondeval spreekt van de vrouw.
Daar wordt de vrouw belóófd, wier zaad de kop van de slang zal verpletteren. Hier wordt het plechtig woord opnieuw in steen gebruikt en Jesus past het toe op zijn eigen Moeder.
Zo is het ‘woord’ de vervulling van een oeroude profetie en heeft daarom een bijzonder plechtige klank. Niet alleen is het verleden vervuld, maar er is óók een nieuwe toekomst aangebroken, een nieuwe tijd begonnen.
En in deze nieuwe tijd, moeten degenen, die tot dit nieuwe Volk Gods behoren, een bijzondere verhouding van liefdevolle eerbied voor de Moeder des Heren hebben.
Overal waar Christus is, en men hem liefheeft, daar is ook Maria en houdt men van haar.
Moge het zo ook zijn in uw school.
Met alle hoogachting,
Niel Steenbergen
‘In het officie van Maria wordt gesproken, zoals u wel zult weten over ‘Maria de Tempel des Heren – Maria, dus het huis van de Logos’ – de Hoogste Wijsheid – vandaar de tekst die op het voetstuk is gebeiteld’, licht de kunstenaar toe.
Deze tekst luidt: SAPIENTIA AEDIFICAVIT SIBI DOMUM
Letterlijk vertaald betekent dit: ‘De wijsheid heeft zich een huis gebouwd’.
De tekst is ontleend aan het boek der Spreuken (9) van het Oude Testament waarin we worden aangespoord om wijsheid te verwerven.
Tot slot defileerden enkele honderden leerlingen van de huishoudschool langs het nieuwe beeld. Ter afsluiting was er nog een samenkomst van genodigden, bestuur en docenten.
In de jaren 60 en 70 werden er veel theelepeltjes vervaardigd met bijzondere voorstellingen. Ook het Madonnabeeld van Niel Steenbergen bij huishoudschool Sancta Maria is destijds ‘in productie’ genomen. In 1986, bij gelegenheid van het 40 jarig bestaan van de school èn de komst van staatssecretaris Nel Ginjaar-Maas werd het beeld gereinigd.
Op donderdag 13 november 2014 is het dan zo ver. ‘Van Horssen wegenbouw’ zal omstreeks 7.30 uur starten met het handmatig vrijmaken van de fundering. Dit werk zal ongeveer anderhalf uur in beslag nemen. Vervolgens zal op vrijdag 14 november rond de klok van 8.00/8.30 uur het beeld worden gelicht en worden vervoerd richting Burg.Roefslaan 11. Daar zal aansluitend het beeld herplaatst worden in de binnentuin van het Alfrinkcollege’, laat Hans Verwasch, die de verplaatsing coördineert, weten.
De heer Steenbergen sprak destijds in 1960 de hoop uit dat het beeld tot in lengte van dagen voor de school zou mogen blijven staan. En daar staat het nu dan weer! Uiteindelijk toch een definitieve plek binnen het onderwijsvierkant. Goed werk heeft tijd nodig.
Intussen is Bergopwaarts opnieuw eigenaar van het schoolgebouw. Plannen voor afbraak zijn er voorlopig nog niet. Integendeel, er worden/zijn op dit moment zelfs enkele vaste bewoners gehuisvest!
Met dank aan de directie, Hans Verwasch en fotografen. De foto’s in bovenstaande galerij zijn gemaakt door Hans Verwasch, Hein van den Heurik, Sjaak Cornelissen en Pieter Willems.